Het Halfsnavelbekje verblijft uitsluitend aan de oppervlakte. De lengte is maximaal zo’n 8 cm. De mannetjes blijven iets kleiner en zijn ook slanker dan de wijfjes. In een aquarium kunnen we veel plezier aan deze vissen beleven. Qua voeding eten ze voor een groot gedeelte met de pot mee maar als we eens de moeite nemen om bv. wat fruitvliegjes los te laten op het wateroppervlak dan komt de echte aard van het visje boven. We moeten er wel op letten dat ze aan de beurt komen met eten want door de aparte bek zijn ze niet in staat het gezonken voer later van de bodem op te nemen. De temperatuur houden we ongeveer op 25 °C. Het beste kunnen we ze in een ruim aquarium houden waarbij met name de oppervlakte van belang is. In een te klein aquarium kunnen ze na een schrikreactie de onderkaak makkelijk breken en deze groeit niet meer aan. Halfsnavelbekjes werpen levende jongen en als we zorgen voor wat drijfplanten is de kans groot dat er wat van overblijven mits we niet te roofzuchtige medebewoners hebben. Hoewel voor het merendeel de albino kweekvorm (art.nr.1338) wordt aangeboden hebben we ook regelmatig de wilde variant in huis (art.nr.1336).